In gesprek met Petra Hiemstra: “Het grootste talent van een leermeester is talenten dingen zelf te laten doen en leren”

Petra is coach en bestuurskundige, ze startte acht jaar geleden met haar eigen coachpraktijk. Petra en Nelis go way back. Ze werkte nog bij de Kessler Stichting toen ze in 2007 in contact kwam met Ian. Hij kende een collega van Petra en was op zoek naar fondsen om volledig sociaal verantwoord te kunnen werken. “Ik heb hem aan mijn netwerk voorgesteld, daarna is hij volledig sociaal gaan werken. Omdat Ian hoorde dat ik al twintig jaar op debattoernooien jureer, heb ik op zijn verzoek ook een aantal keer meegedacht hoe hij met meer gemak voor de camera kon staan. Dat is goed gelukt! Deze samenwerking verliep prettig: “Ik vond het gewoon zo mooi wat Ian met Nelis doet. Ik zei dat ik ambassadeur wilde zijn, dus eigenlijk heb ik mezelf tot ambassadeur benoemd. Nu mag Ian mij één keer per jaar inzetten voor een training van zijn talenten.”

Je draagt Nelis een warm hart toe. Waarom help je Nelis zo graag?

“Omdat ik veel in Ian en Nelis herken. Ian en ik zijn allebei ondernemer, en liepen beiden tegen bepaalde dingen aan in onze eigen opvoeding. Op basis van onze eigen biografie draaien we dat naar iets waarmee we de wereld kunnen verbeteren. Ik doe dat met grootluisteren. Ouders die mij grootluisteren (echt naar mij luisteren), heb ik in mijn jeugd gemist. Dat tekort zet ik om in een talent en Ian doet precies hetzelfde. Hij zet ook de tering naar de nering, heeft actief naar mensen gezocht die hem vooruit konden en hij bleek ‘adopteerbaar’. Daarmee bedoel ik dat hij een hoge gunfactor heeft. Mensen willen graag met hem meedenken. En wat ik zelf heel leuk vindt aan Ian is zijn ondernemerschap: de eindeloze drive om als voorloper mensen aan het werk te helpen. Beiden streven we naar het hoogst haalbare in ons vak. De liefde die in Nelis zit, vind ik heel mooi. We delen de passie om het beste te halen uit de mensen om ons heen.”

Waar zie jij kansen liggen voor Nelis?

“Mooie vraag, daarvoor ben ik eigenlijk te weinig betrokken bij wat er nu speelt binnen Nelis. Ik heb wel gezien dat Nelis een steeds diverser aanbod kreeg naarmate de jaren verstreken. Ik denk dat Ian absoluut meesterschap laat zien. Hij heeft heel veel kennis en wil innoveren in de branche. Ik denk dat Nelis op dat gebied echt een voorloper is. In mijn model is na meesterschap, meester kunstenaarschap de volgende stap. Dat gaat over: kunnen er nog stappen gezet worden als het gaat om maatschappelijke transformatie? Kan Nelis op zijn eigen manier een bijdrage leveren aan de echte grote wereldproblemen? Dat kan ook innovatie zijn. Het zou interessant zijn als Nelis daarover nadenkt. Dat doen ze al, maar je kan altijd kijken of dat nog rijker en groter kan.”

Wat zou je als ambassadeur nog meer willen doen? 

“Ik heb Ian in het verleden naar fondsen toe geleid, nu volg ik hem vooral. Ik zou eigenlijk even langer moeten nadenken wat ik wil doen, maar ik weet wel: ik draag Nelis een heel warm hart toe. Een thema wat we samen nog niet hebben opgepakt is ‘hoffelijkheid’. Ik zou graag willen dat Den Haag uitgroeit tot de meest hoffelijke stad van Nederland, dat wil Ian ook. Dat zijn dingen die al in Nelis’ DNA zitten, Nelis kan in de weg daarnaartoe zeker een rol spelen.”

Hoe vond je het om vandaag een leermeestercursus te geven?

“Ik was heel benieuwd naar vandaag. Grootluisteren is een hele gedisciplineerde vorm van naar elkaar luisteren. Dat is heel nieuw voor de leermeesters, merkte ik. Ik heb geprobeerd zo dicht mogelijk bij dat luister ideaal te blijven en daar heeft iedereen heel goed op gereageerd. Ik was blij om te horen dat ze heel gericht met hun meesterschap aan de slag willen. Meesterschap gaat voor mij over twee dingen: innovatie in de branche en het met kennis van zaken opleiden en begeleiden van mensen. Ik heb echt bewondering voor de leermeesters, ze werken met mensen die het vaak niet makkelijk hebben in het leven. Soms zijn dat mensen met complex of onbegrepen gedrag. Dat vraagt veel van leermeesters. Voor goede intervisie moet er veiligheid zijn en je moet erop kunnen vertrouwen dat mensen de discipline kunnen opbrengen om goed naar je te luisteren en ook met jou kunnen zijn in jouw pijn, verdriet of onzekerheid. Als leermeesters samen kunnen bereiken dat ze dat met elkaar delen en kijken naar hoe ze dat beter of anders kunnen doen, dan creëer je meesterschap in meesterschap.”

Wat vond je het belangrijkste om mee te geven aan de leermeesters?

“Van Jaap kreeg ik de vraag om te vertellen wat intervisie voor mij betekent en samen met de leermeesters te onderzoeken of dat iets voor hen kan zijn. Als er te weinig veiligheid of nieuwsgierigheid is, dan werkt het niet. Maar vandaag waren ze er allemaal bij de volle anderhalf uur. Ze waren bereid open naar hun eigen gedrag te kijken om samen te onderzoeken waar dat (nog) beter kan. De leermeesters willen aan een vorm van intervisie werken, bleek vandaag. Echt goede vragen stellen waardoor iemand anders tot kennis of heling komt, is voor veel mensen best moeilijk, maar de leermeesters hebben laten zien dat heel goed te kunnen. Daar mogen ze best meer vertrouwen in hebben. Elkaar grootluisteren is iets wat je met liefde doet, ook omdat het echt een positieve vibe creëert. En die sprankeling kan zomaar overspringen van het individu op de organisatie of zelfs een heel land. Daarom ben ook ik als grootluisteraar nooit uitgeleerd en het past daarbij om bescheiden te blijven. Het grootste talent van een coach is immers talenten dingen zelf te laten doen en leren.”